Het is maandagochtend en ik voel me een beetje zenuwachtig. Ik heb het speelgoed van mijn peuter opgeborgen, het aanrecht schoongemaakt en de kussens netjes op de bank gelegd. Over enkele ogenblikken komt Wil, en ik wil niet dat zij denkt dat ik in een onopgeruimd huis woon. Hoewel dat natuurlijk niets uitmaakt, want Wil is vast gewend aan rommelige en smoezelige huizen. Maar toch, you never get a second chance to make a first impression. Ergens in mij leeft de vrees dat Wil bij binnenkomst zegt: ‘Oh nee, hier begin ik niet aan. Dit is iets voor de gemeentereiniging.’ Natuurlijk is dat totaal niet het geval als Wil gearriveerd is. Ze stelt zich voor, we kletsen wat en dan wil ze graag weten waar alles staat zodat ze aan de slag kan. Na vijf minuten loopt ze met een sopje naar boven. En dan te bedenken dat ik een uur ‘ingeruimd’ had voor koffie en kennis maken. Maar nee hoor, Wil is het type van niet kletsen, maar…precies. ‘Werk ze, Wil,’ roep ik naar boven als ik naar buiten stap. Ik ben heel benieuwd hoe het zal verlopen. Bij thuiskomst verwelkomt een frisse schoonmaakgeur me. Heerlijk om door je eigen frisse huisje te lopen. Ik kijk in alle kamers, alsof ik hier voor het eerst ben, en zie dat Wil overal ook de bedden recht heeft getrokken, rommeltjes gestapeld heeft en boekjes netjes in de kast heeft gelegd. Ik vind het zo leuk om te zien hoe netjes en gezellig een ander, een vreemde in feite, je huis kan maken. Ik loop naar de keuken en zet thee. Ineens voel ik een rust op me neerdalen. Het huishouden. Ik hoef er vanaf nu nauwelijks meer rekening mee te houden. Wat een luxe. Wil en Home Works, bedankt. Ik heb nu al zin in twee weken later.